Stand van zaken?
“De Community staat. Het is mooi om te zien dat deelnemers enthousiast zijn en de eerste samenwerkingen ontstaan. Zo kijken verschillende bedrijven naar mogelijkheden van gezamenlijke inkoop, verpakking en logistiek. Als Rabobank faciliteren we graag deze waardevolle Food Community.”
Wat gaat goed?
“Er zijn nu partijen die elkaar helpen die weleens van elkaar hadden gehoord maar geen contact zochten. Terwijl ze allemaal met dezelfde vragen zitten: hoe ga je bijvoorbeeld om met de macht van een grote retailer? Die bedrijven brengen we samen, zodat ze samen sterker worden.”
Succesfactoren?
“Deze bedrijven maken onderdeel uit van verschillende voedingsketens. Ze zien dat ze strategische waarde toevoegen en geen concurrenten van elkaar zijn. Daardoor winnen ze aan onderling vertrouwen, stellen ze zich meer open voor elkaar en delen ze adviezen.”
Belangrijkste mijlpaal?
“De eerste bijeenkomst waarbij partijen voor het eerst samen waren. Iedereen nam er actief aan deel. Zelfs de grootste twijfelaars gingen om en zeiden: ja, dit is goed. Als dat na twee jaar bouwen lukt, is dat zo gaaf.”
Inspirerend?
“Ik was bij de grote aftrap in de Kube. Daar waren honderden mensen aanwezig. Dat waren juist niet de instellingen en bedrijven die je al vaak ziet. Dat is voor mij echt RvN@: deze beweging is ontstaan vanuit burgers en bedrijven en brengt daarom zoveel moois voort.”
Wat levert het op?
“Alle deelnemers leren hiervan: ze leggen nieuwe contacten, gaan samenwerkingen aan en vergroten hun eigen netwerk. Dat moet uiteindelijk tot betere producten en bedrijven leiden.”
Meerwaarde voor de regio?
“Als het beter gaat met bedrijven en ze meer afzetten en produceren, hebben ze meer personeel nodig. De werkgelegenheid trekt aan. Daarvan profiteert de regio.”
Uitdaging?
“Het vergroten van netwerken. Dat kan door ontmoetingen te organiseren met top-experts zoals een chef-kok, om smaaktrends te ontdekken. Of door samenwerking met de HAN te bevorderen. Zo kunnen studenten bijvoorbeeld researchprojecten uitvoeren voor voedselbedrijven die geen researchafdeling hebben, terwijl jongeren kennismaken met interessante werkgevers in de regio.”